Wat is inductie en hoe werkt het?
Het principe achter magnetische warmte
Inductie werkt fundamenteel anders dan gas of een traditionele elektrische kookplaat. Onder het glas van de plaat liggen spoelen die een wisselend magnetisch veld opwekken. Zodra je een pan met een magnetiseerbare bodem op de plaat zet, wekken deze magnetische golven direct warmte op in het metaal van de pan. Niet de kookplaat zelf wordt warm, maar de pan: dat maakt inductie snel, efficiënt en precies.
Deze directe overdracht betekent dat er weinig energie verloren gaat naar de omgeving. In de praktijk voelt de glasplaat rond de pan wel warm, maar dat komt vooral door terugstralingswarmte van de pan, niet door een hete plaat. Als je de pan wegneemt, stopt de warmteproductie vrijwel instant. Dat geeft een ander ritme in de keuken: snel reageren, direct resultaat.
Verschil met keramisch en gas
Bij een keramische plaat wordt een weerstand onder glas verhit, die op zijn beurt je pan verwarmt. Dit is trager en minder precies, omdat je altijd met restwarmte zit. Gas geeft direct vuur en visuele feedback, maar veel warmte gaat langs de pan verloren. Inductie combineert de directheid van gas met de precisie en het gemak van elektrisch, én doet dat met een hoger rendement.
Voor de kok voelt het alsof je een volumeknop bedient in plaats van een aan/uit-schakelaar. Op laag vuur trekken, snel aan de kook brengen, of op seconde-niveau terugschakelen: met inductie kan het, mits je je pannen en technieken erop afstemt.
Waarom kiezen voor inductie: voordelen en kanttekeningen
Pluspunten in de praktijk
De belangrijkste troef van inductie is snelheid. Een liter water kookt vaak in de helft van de tijd vergeleken met gas. Daarnaast is de temperatuurregeling zeer nauwkeurig; een stoofpot laat je zó zachtjes pruttelen. Het gladde glaswerk is eenvoudig schoon te maken en er is geen open vlam, wat veiliger en koeler is in een kleine keuken.
Ook qua energieverbruik scoort inductie beter. Omdat warmte direct in de pan wordt opgewekt, is het rendement hoog. In een tijd van stijgende energieprijzen en focus op duurzaamheid is dat geen detail: koken is een dagelijkse handeling die zich snel optelt in je energierekening.
Kanttekeningen en leercurve
Er zijn ook aandachtspunten. Niet alle pannen werken op inductie; je hebt magnetische bodems nodig. Daarnaast kunnen hoge vermogens een zekere brom opleveren in de pan, en de hitteverdeling vraagt soms om wat techniek, zeker bij dunne pannen. Koken op inductie is intuïtief, maar vraagt de eerste weken om afstemming van gewoontes en gereedschap.
Tot slot vergt de aansluiting soms een aparte groep en kan het maximale vermogen per zone of in totaal limiteren hoe veel je tegelijk op hoog vuur doet. De meeste moderne kookplaten beheren dat slim, maar het is goed om de specificaties van je model te kennen en daarop te plannen tijdens het koken.
Welke pannen heb je nodig?
Compatibiliteit testen en materiaalkeuze
De snelle check is eenvoudig: blijft een magneet plakken aan de bodem, dan is de pan in principe geschikt. Gietijzer en veel roestvast staal (RVS) werken goed, terwijl koper en aluminium het alleen doen als er een magnetische laag in de bodem is verwerkt. Kijk ook naar de bodem: een vlakke, stabiele bodem bevordert contact en efficiëntie.
Qua materiaal geven gietijzer en zware RVS-pannen vaak de mooiste bakresultaten op inductie, dankzij hun warmtecapaciteit en gelijkmatige verdeling. Dunne pannen warmen snel op, maar kunnen hotspots ontwikkelen en eerder klikken of brommen. Een sandwichbodem met ferromagnetische laag en warmtegeleidende kern (bijvoorbeeld aluminium) biedt vaak het beste van twee werelden.
Formaat, vorm en speciale pannen
De diameter van je pan moet passen bij de zone. Te kleine pannen op een grote zone kunnen soms niet herkend worden of verwarmen inefficiënt. Veel kookplaten hebben zogenaamde flex- of brugzones, waarbij je ovale braadpannen of een teppanplaat kunt gebruiken; check of jouw panbodem voldoende contact maakt met de glasplaat.
Voor wokken werkt een platte wok met magnetische bodem beter dan een traditionele ronde wok. Er zijn speciale induction-ready woks en grillplaten ontwikkeld die de warmteafgifte optimaliseren. Handig is ook een fluitketel of waterkoker die geschikt is voor inductie; al is een elektrische waterkoker voor grote volumes soms nog sneller en efficiënter.
Installatie, aansluiting en stroomgroepen
Vermogen en groepenkast
Inductiekookplaten variëren van compacte 1-fase modellen tot krachtige 2- of 3-fase varianten. In Nederland zie je vaak 2-fase (2x230V) aansluitingen voor hogere vermogens. Controleer vooraf of je meterkast voldoende capaciteit en de juiste groepen heeft; laat de installatie altijd door een erkend elektricien uitvoeren om veiligheid en garantie te waarborgen.
Het maximaal gelijktijdig vermogen (bijvoorbeeld 7,4 kW) bepaalt hoe lang je op meerdere zones tegelijk kunt boosten. Slimme vermogensverdeling in de kookplaat regelt dit, maar het is goed te weten hoe dit in jouw model werkt, zeker als je vaak met meerdere pannen op hoog vuur kookt.
Plaatsing, ventilatie en randvoorwaarden
Hoewel inductie minder restwarmte produceert dan gas, blijft afzuiging belangrijk voor dampen en geuren. Zorg voor voldoende vrije ruimte onder de kookplaat voor koellucht en volg de inbouwmaten van de fabrikant nauwgezet. Bij plaatsing boven een oven: check of het combineren is toegestaan en of de ventilatie openingen vrij blijven.
Let op de aansluiting van de perilex-stekker of vaste bekabeling en houd documentatie bij de hand voor onderhoud of storingen. Een net geplaatste kookplaat met goede koeling gaat langer mee en presteert stabieler, vooral bij langdurig sudderen of veelvuldig boosten.
Zones, brugfuncties en pannendetectie
Hoe zones “denken”
Moderne inductieplaten detecteren automatisch of er een pan staat en van welke grootte. Sommige modellen hebben ronde zones, andere werken met een full-surface spoelenmatrix die de pan vrij op het oppervlak laat plaatsen. Bij flexzones kun je twee zones koppelen tot één groter verhittingsveld voor braadpannen of grillplaten.
De pannendetectie stopt het verwarmen als je de pan optilt en hervat zodra je terugplaatst. Dit voorkomt aanbranden en bespaart energie. Het is ook handig bij roeren of schudden: je hoeft niet bang te zijn voor doorwarmende platen als de pan even loskomt.
Bruggen, timers en geheugen
Brugfuncties maken het mogelijk om lange pannen gelijkmatig te verwarmen. Bij gerechten als asperges of stoofschotels in een ovale pan is dat een zegen. Timers per zone geven consistentie: zet pasta exact 9 minuten, of laat een bouillon 30 minuten trekken met automatische uitschakeling.
Sommige modellen onthouden recent ingestelde standen. Handig als je even moet afschuimen of een ingrediënt bijsnijdt: terugzetten en je zit meteen op dezelfde temperatuur, zonder te gokken aan welke stand je ook alweer zat.
Temperatuurbeheersing en vermogensstanden
Standen vertalen naar kooktechnieken
Waar gas je laat “zien” hoe heet het is, leer je op inductie de vermogensschalen kennen. Een veelgebruikte indeling: lage standen (1–3) voor smelten en warmhouden, middel (4–6) voor zacht koken en sudderen, hoog (7–9) voor stevig bakken, en boost voor snel opkoken of intens schroeien. Deze vertaling helpt om consistent te koken.
Onthoud dat het systeem zeer snel reageert. Als je pan te heet wordt, schakel je één à twee standen terug en voel je binnen seconden verschil. Bij room- of eiergebonden sauzen is dat een groot voordeel: je corrigeert snel zonder te schiften of te laten bezinken.
Thermometers en cues
Omdat je geen vlam ziet, zijn visuele en auditieve cues belangrijk. Het geluid van pruttelen, de snelheid van bubbels en de geur van Maillard-reacties sturen je hand. Een infraroodthermometer kan helpen bij het inschatten van pannenhitte, al meet die vooral het oppervlak. Voor kern- en sausmetingen blijft een steekthermometer ideaal.
Werk bovendien met de juiste olie en boter voor de stand die je kiest. Olie met hoog rookpunt is logischer bij hogere standen; boter of ghee bij lagere tot middelhoge standen voor smaak en controle. Door constant te roeren of te schudden verdeel je warmte gelijkmatiger, zeker bij dunnere pannen.
Sauteren, bakken en braden op inductie
Van koude pan naar perfecte sear
Voor een mooie korst verwarm je de pan eerst op middelhoog en verhoog je dan kort naar hoog of boost, afhankelijk van de pan. Voeg olie toe zodra de pan warm is en leg het product droog en op kamertemperatuur in. Door de directe respons van inductie kun je precies spelen met hitte, zodat je korst karamelliseert zonder te verbranden.
Als je vlees of groente niet loslaat, forceer je niets: wacht tot het vanzelf loskomt, teken dat de korst is gevormd. Zet vervolgens een stand lager om door te garen. Met kipdij of biefstuk werkt deze twee-fasen aanpak uitstekend: eerst schroeien, dan nagaren op een gecontroleerd niveau.
Boter, olie en de Maillard
Boter verbrandt sneller dan olie; temper daarom bij het schuimen iets terug of meng met olie. Inductie geeft je de luxe om secondenwerk te doen: een fractie lager draaien bij de eerste rook, dan is je boter nootachtig in plaats van bitter. Voor aardappeltjes in de schil of paddenstoelen is die precisie goud waard.
Gebruik een zware pan voor gelijkmatigheid, en neem de tijd om vooraf te drogen en te kruiden. Het resultaat is consistenter dan op gas, omdat de hitte vanuit de bodem uniformer binnenkomt. Bij dunne pannen helpt het om niet de maximale zone te kiezen, zodat je hotspots beperkt.
Wokken, grillen en searing
Wok op inductie, kan dat?
Echt wokken met vlammen rondom de pan lukt niet, maar je benadert het met een platte wokpan en hoge vermogens. Werk in kleine porties, zodat de pan niet teveel afkoelt als je ingrediënten toevoegt. Voeg olie toe vlak voor het bakken en houd sausjes apart zodat je niet onnodig afkoelt tijdens het wokken.
De sleutel is organisatie: mise-en-place klaar, porties klein, en na elke batch even boosten. Zo behoud je die karakteristieke wok-smaak, een combinatie van intense hitte en snelle beweging. Een gietijzeren platte wok houdt warmte beter vast en beperkt het verlies bij toevoegingen.
Grillen en streeppatronen
Met een gietijzeren grillplaat of -pan krijg je mooie grillstrepen. Laat de pan goed voorverwarmen op middel-hoog en eindig met een korte boost net voor je het product erop legt. Draai niet te snel: laat de strepen zich vormen, verplaats dan 90 graden voor een ruitpatroon.
Vet producten licht in, niet de pan, om rookvorming te beperken. Gebruik een afzuigkap met voldoende capaciteit, want grillen creëert aerosolen, ook zonder vlam. Inductie levert de power; jij zorgt voor timing, rust en een strakke opbouw van stappen.
Koken van water, pasta, aardappelen en rijst
Efficiënt omgaan met water en zout
Voor water koken is inductie op zijn best. Deksel op de pan, zet op hoog of boost tot het kookt, en houd daarna net op een rollende kook met een middelhoge stand. Zout voeg je pas toe als het water kookt: dat beschermt de panbodem en verkort de tijd naar kookpunt niet merkbaar.
Bij pasta is timing alles. Kook ruim water, voeg pasta toe, en stel de stand zo af dat het water blijft dansen zonder over te koken. Gebruik de zone-timer en proef; inductie houdt het proces stabiel, waardoor je al dente consistent bereikt.
Aardappelen en rijst
Aardappelen zet je op in koud, gezouten water en breng je snel aan de kook. Zet terug naar een zachte kook met de deksel half open om overkoken te vermijden. Prik test op gaarheid, en gebruik desnoods een korte boost als het terugzakt.
Voor rijst is de absorptiemethode ideaal. Breng water en rijst op hoog vermogen aan de kook, zet naar zeer laag zodat het net zachtjes borrelt, en laat de laatste minuten uit met restwarmte. Inductie laat je die overgang haarscherp timen, waardoor je korrels droog en los blijven.
Sauzen, chocolade en precisiekoken
Smelten zonder schiften
Chocolade smelt je het best au bain-marie of op de laagste stand met constante beweging. Omdat inductie snel reageert, is het verleidelijk laag en rustig te starten en pas op te voeren als het smelten op gang komt. Bij delicate sauzen met eieren, zoals sabayon of hollandaise, werk je met lage tot middel-stand en blijf je kloppen.
Room- en botergebonden sauzen vragen een warm, niet kokend regime. Stel een stand in waarbij je stoom ziet maar geen grote bubbels. Bij oververhitting ruik je snel karamellisatie; draai dan meteen terug. Je zult merken dat die micro-aanpassingen precies zijn, iets wat op gas lastiger is.
Sudderen en trekken
Voor bouillons, pulled pork of ragù is een zachte, aanhoudende beweging aan de oppervlakte het doel. Zoek de laagste stand die nét bubbels geeft en laat de plaat de rest doen. Zet timers en controleer periodiek; de stabiliteit van inductie geeft constantere resultaten over uren.
Gebruik voor lange sessies pannen met dikke bodem, zodat kleine vermogensvariaties worden uitgevlakt. Leg de deksel zodanig dat stoom kan ontsnappen als je wilt inkoken, of sluit volledig af om vocht te behouden. Inductie houdt je parameters stabiel, jij bepaalt de richting.
Schoonmaak, onderhoud en levensduur
Dagelijkse routine
Het glas van een inductieplaat is eenvoudig te reinigen. Veeg na het koken, zodra de restwarmte weg is, met een vochtige microvezeldoek en wat mild afwasmiddel. Hardnekkige vlekken verwijder je met een speciale glasreiniger of een schraper met nieuw mesje, waarbij je plat en rustig werkt om krassen te voorkomen.
Door het ontbreken van vlammen brandt minder vuil in. Toch kan suiker of siroop hardnekkig karamelliseren; verwijder dit zodra de plaat genoeg is afgekoeld. Gebruik geen schuurmiddelen of staalwol: die doffen het glas en tasten coatings aan.
Voorkomen van slijtage
Til pannen op in plaats van schuiven om microkrassen te beperken. Controleer panbodems op bramen of vervuiling en houd ze schoon en vlak. Een beschermende mat is meestal niet toegestaan tijdens het koken, maar er zijn hittebestendige, door de fabrikant goedgekeurde opties; raadpleeg de handleiding.
Ventilatieopeningen onder de plaat moeten vrij blijven. Zorg dat lades niet tegen ventilatoren aanlopen en dat stof geen kans krijgt om hopen te vormen. Goede koeling verlengt de levensduur van elektronica en spoelen.
Geluid, vonken en storingen: wat is normaal?
Trillen en brommen
Een lichte brom of tikken bij hoge stand is meestal normaal en komt door magnetostrictie in de panbodem of door vibratie van lagen in een sandwichbodem. Zwaardere pannen maken minder geluid. Als het storend is, kies een standje lager of neem een pan met dikkere bodem.
Een zacht klikken kan van relais komen die schakelen tussen vermogens. Dat hoort bij het systeem. Hoor je echter harde piepen, ruik je verbranding of treedt herhaaldelijk een foutcode op, schakel dan uit en raadpleeg de handleiding of de installateur.
Pannendetectie en foutcodes
Knipperende indicatoren geven vaak aan dat een pan te klein is, niet magnetisch, of dat er een vochtfilm is tussen pan en glas. Droog de bodem en het oppervlak en probeer opnieuw. Bij overkoken kan de beveiliging de zone tijdelijk uitschakelen tot alles droog is.
Vaak voorkomende foutcodes hebben te maken met oververhitting, blokkade van ventilatie of onjuiste spanningsvoorziening. Los de oorzaak op en reset volgens de handleiding. Houd model- en serienummer bij de hand voor service.
Energieverbruik, snelheid en kosten
Wat maakt inductie efficiënter?
Omdat inductie warmte in de pan zelf opwekt, is het rendement hoog. Minder convectieverlies, minder straling naar de keuken, en snel bijregelen voorkomt overshoot. In het dagelijks koken vertaalt dat zich naar kortere kooktijden en lagere energiekosten per gerecht, vooral bij veel water koken en frequent boosten.
Let op het totale huishoudverbruik: een kookplaat van 7 kW klinkt fors, maar dat is het piekvermogen. In de praktijk kook je op variabele standen en slechts kort op boost. Met slim timen en dekselgebruik houd je het verbruik laag zonder in te leveren op resultaat.
Indicatieve vergelijking
Onderstaande tabel geeft een indicatieve vergelijking. Waarden zijn gemiddelden en afhankelijk van pan, gerecht en tarieven; ze helpen je vooral om orde van grootte te begrijpen.
| Kooktechniek | Rendement (%) | Opwarmtijd 1 L water | Indicatieve kosten/10 min |
|---|---|---|---|
| Inductie | 85–90 | 3–4 min | €0,05–€0,08 |
| Keramisch | 60–70 | 7–9 min | €0,08–€0,12 |
| Gas | 40–55 | 6–8 min | €0,09–€0,14 |
De kostenrange gaat uit van gemiddelde Europese tarieven en typisch vermogen per pit/zone in gebruik. Met een deksel, passende panmaat en beperkt boosten schuif je bij inductie naar de onderkant van de range. Lang sudderen op lage stand is verrassend zuinig, terwijl langdurig grillen op hoog vermogen relatief duurder is.
Veiligheid in de keuken: hitte, kinderen en afzuiging
Dagelijkse zekerheid
Geen open vlam betekent minder brandgevaar en minder verbrandingsrisico. De plaat schakelt uit als er geen pan staat en herkent overkokende situaties bij veel modellen. Toch blijft aandacht nodig: pannen en gerechten worden heet, en terugstralingswarmte kan het glas tijdelijk warm maken.
Gebruik kindersloten en vergrendelingsfuncties als die aanwezig zijn. Plaats handgrepen naar binnen en kookpannen bij voorkeur op de achterste zones als kinderen helpen in de keuken. Een goede workflow en overzicht houden blijft de basis van veilig koken.
Luchtkwaliteit en schoon koken
Ook zonder gas ontstaan kookdampen, vet en aerosolen. Een effectieve afzuigkap of downdraft blijft essentieel. Ventileer extra bij grillen of wokken, en reinig filters regelmatig. Schone lucht is comfortabeler en voorkomt dat geuren in stoffen blijven hangen.
Vlamterugslag is geen risico bij inductie, maar vet kan wel spontaan vlam vatten bij extreme temperaturen. Houd de omgeving rond de kookplaat vrij van keukendoeken en papier. Blus vet niet met water; gebruik een deksel of blusdeken als het toch misgaat.
Van gas naar inductie: smaak, techniek en gewenning
Smaak is techniek, niet de vlam
De smaak die je associeert met gas komt vooral van techniek: hoge hitte, Maillard-reacties, snelle reductie. Dat alles kan op inductie, met andere cues. Je mist het zichtbare vuur, maar wint aan controle en reproduceerbaarheid. Na een week of twee voelt het schakelen tussen standen natuurlijk.
Gebruik je oren en neus als “thermometer”. Het ritme van sissen, de ontwikkeling van geur en de kleur van korst vertellen je precies wat er gebeurt. Met die aandacht is het verschil tussen gas en inductie voor de meeste gerechten praktisch nihil.
Recepten en timing aanpassen
Recepttijd voor opkoken kun je verkorten; inductie is sneller. Waar recepten spreken van “op laagste pit sudderen”, kies je de laagste stand die nog net bubbelt. Noteer per gerecht welke stand voor jouw pan werkt, zodat je een eigen inductie-referentie bouwt.
Voor wokgerechten werk je met kleinere porties. Bij pastakoken kun je korter boosten en eerder terugschakelen. Maak timers je vriend; die brengen rust zonder dat je continu op de klok hoeft te kijken.
Handige functies: boost, pauze en warmhoudstand
Boost en power management
Boost geeft tijdelijk extra vermogen voor snel opkoken of schroeien. Gebruik het doelgericht en kort; zodra je kookt, terug naar een lagere stand om overschieten te vermijden. Onthoud dat meerdere zones boosten tegelijk vaak niet kan; de plaat verdeelt slim, maar jij bepaalt prioriteit.
Power management beperkt de netbelasting door automatisch te schakelen. Handig in oudere woningen of bij beperkte aansluitwaarde. Test een paar scenario’s met volle pannen en noteer hoe de plaat reageert; zo voorkom je verrassingen tijdens drukte.
Pauze, bridge en automatische kookprogramma’s
Een pauzeknop zet alle zones tijdelijk in de wacht, handig bij deurbel of een korte onderbreking. Bridge verbindt zones voor grote pannen, en automatische programma’s kiezen een stand voor smelten, sudderen of warmhouden. Ze zijn geen vervanging voor vakmanschap, maar wel fijne snelkoppelingen.
Als je veel met delicate gerechten werkt, is een warmhoudstand rond 70–80°C ideaal om timing te buigen zonder te garen. Zo serveer je alles tegelijk, precies op temperatuur, zonder dat sauzen breken of vlees uitdroogt.
Probleemoplossing: hotspots, overkoken en aanbranden
Hotspots temmen
Hotspots komen vaker door pan dan door plaat. Een dikker materiaal of een pan met sandwichbodem verdeelt beter. Kook je met een dunne pan, gebruik een iets lagere stand en meer beweging, of kies een zone die qua diameter beter matcht. Soms helpt het de pan een minuut op middelhoog “voor te laden”.
Thermische schok vermijden is ook slim: ijskoude producten koelen de pan hard af en veroorzaken ongelijk gedrag. Laat vlees op kamertemperatuur komen en dep droog. Zo houd je de warmtebalans stabieler en krijg je voorspelbare resultaten.
Overkoken en brandplekken
Overkoken voorkom je met een ruime pan, deksel half schuin en tijdig terugschakelen van boost naar middel. Zet de timer en roer bij zetmeelrijke gerechten zoals pasta of rijst in het begin even door. Een siliconen houten lepel-truc op de rand werkt soms, maar vertrouwen op stand en deksel is consistenter.
Brandplekken veeg je makkelijker weg als je snel reageert. Neem de pan van de zone, schakel uit, en leg een natte doek op het glas om restwarmte sneller kwijt te raken (niet bij thermische schok-gevoelige platen). Maak schoon als het veilig is, en voorkom herhaling door stand of pan aan te passen.
Koken in een gezin: planning, batch cooking en timing
Parallellisme op de plaat
Inductie leent zich goed voor meerdere pannen tegelijk door de fijne regeling en timers. Start met het gerecht dat de langste tijd nodig heeft, zet het op sudderen, en kook dan pasta of groente op de voorgrond. Met flexzones kun je een braadpan laten trekken terwijl je op de andere helft een grillplaat gebruikt.
Warmhoudstanden en restwarmte onder de deksel geven speling: groenten blijven knapperig en sauzen stabiel. Noteer per gezinssituatie je ideale volgorde; na enkele keren heb je een strak draaiboek dat stress uit het spitsuur haalt.
Batch cooking en meal prep
Voor meal prep is inductie ideaal: snel veel water koken voor granen, precies sudderen voor bonen en stoof, en gecontroleerd reduceren voor sauzen. Werk in blokken: eerst koken, dan bakken en afmaken. Zo benut je de sterke punten van inductie en houd je het keukenblad overzichtelijk.
Laat gerechten snel terugkoelen in ondiepe schalen en label porties. Reheat je later op lage stand met deksel om uitdrogen te voorkomen. De constante, herhaalbare hitte van inductie maakt restjes opwarmen voorspelbaar en lekker.
Als je eenmaal de taal van inductie spreekt, kook je met een rust en preciesie die moeilijk te evenaren is: van fluweelzachte sauzen tot knisperende korsten en bliksemsnel kokend water. Met de juiste pannen, een paar slimme gewoontes en het lef om de standen te vertrouwen, wordt elke doordeweekse maaltijd een zekere overwinning en elk weekendgerecht een kleine triomf.
FAQ
Moet ik al mijn pannen vervangen voor inductie?
Niet per se. Test met een magneet: plakt die aan de bodem, dan is de pan geschikt. Investeer eerst in één goede koekenpan en een braadpan; vervang de rest gefaseerd als ze aan vervanging toe zijn.
Waarom maakt mijn pan geluid op hoge stand?
Een brom of tik is vaak magnetostrictie of vibratie in de laagopbouw van de pan. Zwaardere pannen en één stand lager verminderen het. Het is meestal normaal en geen teken van defect.
Is inductie duurder in gebruik dan gas?
Meestal niet. Door het hogere rendement is inductie per minuut koken vaak goedkoper, zeker met deksel en passende panmaat. De exacte kosten hangen af van stroom- en gastarieven.
Kan ik een traditionele wok gebruiken op inductie?
Een ronde, dunne wok werkt slecht op vlak glas. Kies een platte, magnetische wok of een speciale inductiewok. Werk in kleine porties en gebruik hoge vermogens voor het beste resultaat.
- Hoe bereid je een speenvarken? - 13 november 2025
- Hoe maak je tekst authentiek en hoogwaardig voor zoekmachines? - 12 november 2025
- Maximale ZZP tarief en flexibel werken: zo bouw je zélf aan je pensioen - 11 november 2025






